Eddy Poncelet (4 augustus 1927 - 20 september 2025)
We vernemen het trieste nieuws dat Eddy Poncelet onverwacht is overleden. Wij wensen de familie veel sterkte in deze moeilijke tijd.
Eddy Poncelet is geboren in Oostende op 4 augustus 1927. Tijdens de oorlog verhuist zijn familie in 1942 van Oostende naar Brugge. In het atheneum te Brugge zit Eddy in hetzelfde jaar van Marc Braet, die contacten heeft met de Revolutionaire Volksjeugd. In de nasleep van de oorlog wordt Eddy lid van de Volksjeugd te Brugge en richt samen met Gaston Desnerck een afdeling op in Oostende. In 1948 wordt hij lid van de KPB en werkt hij in de boekenhandel van zijn jeugdvriend en communistisch militant, Mathieu Corman.

Zijn militaire dienst doet Eddy Poncelet bij de Zeemacht. Hij organiseert er onder meer een manifestatie tegen de verlenging van de legerdienst tot 24 maanden en wordt door de Krijgsraad tot één maand gevangenis veroordeeld. Nog tijdens zijn militaire dienst wordt hij in 1951 verkozen tot het Centraal Comité van de KPB.
Na zijn legerdienst wordt hij werkzaam op het nationaal secretariaat van de Volksjeugd. Hij is tevens lid van het bestuur van de KP Oostende maar is vooral actief in de Volksjeugd en later de Kommunistische Jeugd. Door zijn grondige kennis van het Frans militeert hij ook bij de jeugdafdelingen te Henegouwen.

In deze periode neemt Eddy deel aan de congressen van de Wereldfederatie van de Democratische Jeugd (FMJD) en diverse jeugdfestivals. In 1953 werkt hij gedurende zes maanden voor de FMJD te Boedapest waar hij nauwe banden met Aziatische en Afrikaanse militanten legt.
Een kantelmoment is de wereldtentoonstelling te Brussel in 1958. De jongeren van de communistische jeugd ontmoeten er hun Congolese tegenhangers waaronder Patrice Lumumba. Poncelet zal in de nasleep van deze samenkomsten contacten onderhouden met o.a. Antoine Tshimanga: syndicalist en verantwoordelijke van een “communistische” Congolese jeugdbeweging; Pierre Mulele: de minister van onderwijs en kunsten en Anicet Kashamura: verantwoordelijke van de Jeunesse populaire africaine. In september 1960 is Eddy in Léopoldville (Kinshasa) waar hij Albert De Coninck en Jean Terfve zal opwachten om hen voor te stellen aan de Congolese kennissen. Na de val en de moord, op Lumumba vertoeft Poncelet in Caïro waar hij Pierre Mulele bijstaat. In maart 1961 gaan Poncelet en Mulele naar Moskou om er financiële en materiële bijstand te vragen voor de nieuwe regering van Antoine Gizenga in Stanleyville (Kisangani).

Reeds begin de jaren zestig vindt Eddy dat de afstand qua leeftijd te groot is t.o.v. de jongeren voor wie de organisatie bedoeld is en dat het tijd wordt voor een grondige vernieuwing van het nationaal bureau van de Jeugd. Hij wordt aangesteld als directeur van TRACOSA – een NV die de handelsrelaties met communistische landen verzorgde - en bouwt 4 jaar later de sector van het volkstoerisme uit. Eerst op vrijwillige basis, naderhand als bestendig secretaris. Volkstoerisme behelst niet enkel een reisagentschap maar baat tevens verschillende campings en jeugdhuizen uit. Eddy Poncelet wordt tevens bestuurder bij International Social Tourism Organisation (ISTO).
Tussen 1975 en 1977 wordt te Oostende de vzw 'Het Baken' opgericht om een lokaal in de Fortuinstraat uit te baten en er politieke en culturele activiteiten te organiseren. Hierin speelt Eddy opnieuw een belangrijke rol. Vandaag is dit lokaal een complex van sociale woningen dat dezelfde naam draagt.
Alhoewel Eddy Poncelet er zelf geen functies had, zorgt hij ervoor dat de archieven van de Oostendse Volkshogeschool mede opgericht door zijn jeugdvriend Bob Wolstyn en André De Smet alsook de archieven van het marxistische Centrum voor Volksopvoeding (later het Centrum Bob Claessens) bij DACOB bewaard worden.
Ook zijn persoonlijk archief schonk hij aan DACOB waarvan hij tevens bestuurslid was.